HP LaserJet 3052 All in One Printer - Printercommunicatieproblemen met het netwerk oplossen

background image

Printercommunicatieproblemen met het netwerk oplossen

Communicatieproblemen met het netwerk oplossen

Controleer de volgende items om na te gaan of er communicatie tussen de all-in-one en het netwerk
plaatsvindt. Bij deze informatie wordt ervan uitgegaan dat u al een netwerkconfiguratiepagina hebt
afgedrukt (zie

Configuratiepagina

).

1.

Zijn er problemen met de fysieke aansluitingen tussen het werkstation of de bestandsserver en de
all-in-one?

Controleer of de netwerkbekabeling, aansluitingen en routerconfiguraties juist zijn. Controleer of
de lengte van de netwerkkabel voldoet aan de specificaties van het netwerk.

2.

Zijn de netwerkkabels goed aangesloten?

Controleer of de all-in-one via de juiste poort en kabel is aangesloten op het netwerk. Controleer
of alle kabelverbindingen goed vastzitten en op de juiste plaats zitten. Probeer een andere kabel
of poort op de hub of transceiver als het probleem voortduurt. Het gele activiteitslampje en het
groene lampje voor de verbindingsstatus naast de poortaansluiting aan de achterkant van de all-
in-one moeten branden.

3.

Zijn de instellingen voor koppelingssnelheid en duplex correct?

Het wordt aanbevolen om deze in te stellen op de automatische modus (de standaardinstelling).
Zie

Instellingen voor koppelingssnelheid en duplex

.

4.

Kunt u de all-in-one bereiken met een ping-opdracht?

358

Hoofdstuk 13 Problemen oplossen

NLWW

background image

Verzend een ping naar de all-in-one vanaf uw computer met behulp van de opdrachtprompt.
Bijvoorbeeld:

ping 192.168.45.39

Controleer of de round trip-tijd voor de ping wordt weergegeven.

Als u de all-in-one kunt bereiken met een ping-opdracht, controleert u of het IP-adres van de all-
in-one op de juiste wijze is geconfigureerd op de computer. Als dit adres juist is, verwijdert u de
all-in-one en voegt u deze opnieuw toe.

Als de ping-opdracht is mislukt, controleert u of de netwerkhubs zijn ingeschakeld en controleert
u vervolgens of de netwerkinstellingen, de all-in-one en de computer allemaal zijn geconfigureerd
voor hetzelfde netwerk.

5.

Zijn er softwareprogramma's toegevoegd aan het netwerk?

Controleer of deze programma's compatibel zijn en juist zijn geïnstalleerd met de juiste
printerstuurprogramma's.

6.

Kunnen andere gebruikers wel afdrukken?

Het probleem kan worden veroorzaakt door het werkstation. Controleer de
netwerkstuurprogramma's, printerstuurprogramma's en omleiding (in Novell NetWare) van het
werkstation.

7.

Als andere gebruikers wel kunnen afdrukken, gebruiken ze dan hetzelfde
netwerkbesturingssysteem?

Controleer het systeem en zorg ervoor dat de instellingen van het besturingssysteem correct zijn.

8.

Is het protocol ingeschakeld?

Controleer de status van het protocol op de netwerkconfiguratiepagina. Zie

Configuratiepagina

.

U kunt u tevens de geïntegreerde webserver of HP ToolboxFX gebruiken om de status van andere
protocollen te controleren. Zie

De geïntegreerde webserver of HP ToolboxFX gebruiken

.

9.

Wordt de all-in-one weergegeven in HP Web Jetadmin of een ander beheerprogramma?

Controleer de netwerkinstellingen op de netwerkconfiguratiepagina.

U kunt de netwerkinstellingen voor de all-in-one configureren via het bedieningspaneel van
de all-in-one.

NLWW

Netwerkproblemen

359