Configuratie van standaard-IP-adres (AutoIP)
Er wordt een standaard-IP-adres toegewezen via het AutoIP-protocol als de op de server gebaseerde
methoden mislukken. Wanneer er geen IP-adres wordt verkregen met DHCP of BOOTP, wordt een link-
local-adresseringsmethode gebruikt om een uniek IP-adres toe te wijzen. Link-local-adressering kan
ook AutoIP worden genoemd. Het IP-adres dat wordt toegewezen, valt in het bereik 169.254.1.0 tot en
met 169.254.254.255 (vaak aangeduid als 169.254/16) en zou geldig moeten zijn. Dit adres kan echter
voor uw netwerk worden gewijzigd met ondersteunde TCP/IP-configuratiefuncties als dat nodig is. Bij
link-local-adressen worden geen subnetten gebruikt. Het subnetmasker is 255.255.0.0. Dit kan niet
worden gewijzigd. Link-local-adressen blijven beperkt tot de lokale koppeling en bieden geen toegang
vanaf of tot internet. Het adres van de standaardgateway komt overeen met het link-local-adres. Als er
een dubbel adres wordt gedetecteerd, wordt het adres zo nodig automatisch opnieuw toegewezen in
overeenstemming met de standaard-link-local-adresseringsmethoden. Het IP-adres dat op de all-in-one
is geconfigureerd, is te vinden op de netwerkconfiguratiepagina van de all-in-one. Aangezien het enige
tijd kan duren voordat een time-out optreedt bij op de server gebaseerde protocollen, kan het AutoIP-
proces worden versneld door BOOTP- en DHCP-services uit te schakelen op de all-in-one. Dit kunt u
doen via een webbrowser.
160
Hoofdstuk 9 Netwerkgebruik
NLWW