Internet Protocol (IP)
Wanneer gegevens over het netwerk worden verzonden, worden deze in kleine pakketten verdeeld. Elk
pakket wordt afzonderlijk verzonden. Elk pakket wordt gecodeerd met IP-gegevens, zoals het IP-adres
van de verzender en de ontvanger. IP-pakketten kunnen over routers en gateways, apparaten die een
netwerk met een ander netwerk verbinden, worden geleid.
Bij IP-communicatie zijn er geen verbindingen. Wanneer IP-pakketten worden verzonden, is er geen
garantie dat deze in de juiste volgorde op de bestemming zullen aankomen. Deze taak kan door
protocollen en toepassingen op een hoger niveau worden uitgevoerd, waardoor IP-communicatie
efficiënt kan zijn.
Voor elk knooppunt of apparaat dat rechtstreeks met het netwerk communiceert, is een IP-adres nodig.