TCP/IP-software installeren (Windows NT)
TCP/IP-software installeren (Windows NT)
Met deze procedure kunt u controleren of TCP/IP op uw Windows NT-systeem is geïnstalleerd en kunt
u de software, indien nodig, installeren.
Opmerking
Mogelijk hebt u de Windows-systeemdistributiebestanden of -cd's nodig om de
TCP/IP-onderdelen te installeren.
1.
Ga als volgt te werk om te controleren of het Microsoft TCP/IP-afdrukprotocol is geïnstalleerd en
of u TCP/IP-afdrukondersteuning hebt:
●
Windows 2000: klik op Start, Instellingen, Configuratiescherm. Dubbelklik vervolgens op
de map Netwerk- en inbelverbindingen. Dubbelklik op de LAN-verbinding voor uw netwerk
en klik op Eigenschappen.
Als Internet Protocol (TCP/IP) staat vermeld en is geselecteerd in de lijst met onderdelen die
deze verbinding gebruikt, is de benodigde software al geïnstalleerd. (Zie
Een all-in-one op
het netwerk configureren voor Windows 2000-systemen
.) Als dit niet het geval is, gaat u naar
stap 2.
●
NT 4.0: klik op Start, Instellingen, Configuratiescherm. Dubbelklik vervolgens op
Netwerk om het dialoogvenster Netwerk weer te geven.
Als het TCP/IP-protocol vermeld staat op het tabblad Protocollen en Microsoft TCP/IP-
afdrukken vermeld staat op het tabblad Services, is de noodzakelijke software reeds
geïnstalleerd. (Zie
Een all-in-one op het netwerk configureren voor Windows 4.0-systemen
.)
Als dit niet het geval is, gaat u naar stap 2.
2.
Als u de software nog niet hebt geïnstalleerd:
●
Windows 2000: klik in het venster Eigenschappen voor de verbinding op Installeren. Kies
Protocol in het venster Type netwerkonderdeel selecteren en klik op Toevoegen om het
Internet Protocol (TCP/IP) toe te voegen.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
●
NT 4.0: klik op de knop Toevoegen voor elk tabblad en installeer het TCP/IP-protocol en de
service Microsoft TCP/IP afdrukken.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Typ het volledige pad naar de Windows NT-distributiebestanden wanneer dit wordt gevraagd
(u hebt hierbij mogelijk de cd van Windows NT Workstation of Server nodig).
NLWW
Configuratie voor afdrukken via LPD
175
3.
Geef de TCP/IP-configuratiewaarden op voor de computer:
●
Windows 2000: selecteer Internet Protocol (TCP/IP) op het tabblad Algemeen in het venster
Eigenschappen voor verbinding en klik op Eigenschappen.
●
NT 4.0: waarschijnlijk wordt u automatisch gevraagd om TCP/IP-configuratiewaarden. Als dit
niet het geval is, klikt u op het tabblad Protocollen in het venster Netwerken en selecteert u
TCP/IP-protocol. Klik vervolgens op Eigenschappen.
Als u een Windows-server configureert, typt u het IP-adres, het standaard-gateway-adres en het
subnetmasker in de daarvoor bestemde vakken.
Als u een client configureert, vraagt u uw netwerkbeheerder of de automatische TCP/IP-
configuratie moet worden ingeschakeld en of u een statisch IP-adres, standaard-gateway-adres
en subnetmasker moet opgeven in de daarvoor bestemde vakken.
4.
Klik op OK om af te sluiten.
5.
Sluit Windows af en start de computer opnieuw op wanneer dit wordt gevraagd om de wijzigingen
in werking te laten treden.
176
Hoofdstuk 9 Netwerkgebruik
NLWW