FCC-voorschriften
Deze apparatuur is getest en blijkt te voldoen aan de vereisten voor een digitaal apparaat van Klasse
B volgens lid 15 van de Amerikaanse FCC-voorschriften. De limieten in deze voorschriften zijn
ontwikkeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie in een woonomgeving.
Door deze apparatuur wordt energie met radiofrequentie voortgebracht en verbruikt. Bovendien kan dit
type energie worden uitgestraald. Als de apparatuur niet volgens de instructies wordt geïnstalleerd en
gebruikt kan er schadelijke interferentie ontstaan met de radio-ontvangst. Er is geen garantie dat een
dergelijke interferentie niet voorkomt bij een juiste installatie en gebruik. U kunt eventuele interferentie
van deze apparatuur met de ontvangst via radio of televisie eenvoudig controleren door het apparaat
in en uit te schakelen. In dat geval treft u een van de onderstaande maatregelen:
●
Verplaats de ontvangstantenne of plaats deze in een andere richting.
●
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en het ontvangstapparaat.
●
Sluit het apparaat aan op een stopcontact dat verbonden is met een ander circuit dan dat waarop
het ontvangstapparaat is aangesloten.
●
Raadpleeg uw dealer of een ervaren radio- en tv-monteur.
Opmerking
Veranderingen of aanpassingen aan de printer die niet uitdrukkelijk door Hewlett-
Packard zijn goedgekeurd, kunnen de bevoegdheid van de gebruiker om deze apparatuur te
gebruiken, tenietdoen.
Het gebruik van een afgeschermde interfacekabel is vereist in het kader van de limieten voor
klasse B van lid 15 van de FCC-voorschriften.
Deze apparatuur voldoet aan deel 68 van de FCC-regels. De apparatuur bevat een label met, behalve
andere informatie, het FCC-registratienummer en het REN-nummer (Ringer Equivalence Number) voor
deze apparatuur. Desgevraagd kunt u deze gegevens aan uw telefoonbedrijf verstrekken. Met het REN-
nummer wordt aangegeven hoeveel apparaten u maximaal kunt aansluiten op de telefoonlijn. Wanneer
te veel apparaten op één lijn zijn aangesloten, is het mogelijk dat de apparaten bij een inkomend gesprek
geen beltoon afgeven. In de meeste regio's/landen mag het aantal REN's van alle apparaten niet hoger
zijn dan vijf (5). Neem indien nodig contact op met uw lokale telefoonbedrijf voor meer informatie over
het aantal apparaten dat u in uw belgebied volgens het REN-nummer kunt aansluiten.
Deze apparatuur gebruikt de volgende USOC-aansluiting: RJ11C.
De apparatuur wordt geleverd met een FCC-compatibele telefoonkabel en een modulaire steker. U kunt
de apparatuur met een modulaire steker die voldoet aan de voorwaarden van deel 68, op het telefoonnet
of een bedrijfsnetwerk aansluiten. Deze apparatuur mag niet worden gebruikt in combinatie met door
het telefoonbedrijf geleverde munttelefoons. Voor aansluiting op commerciële telefoonlijnen gelden de
staatstarieven. Als deze apparatuur schade veroorzaakt aan het telefoonnet, kan uw telefoonbedrijf u
tijdelijk afsluiten. Indien mogelijk wordt u hiervan vooraf in kennis gesteld. Blijkt dit niet mogelijk te zijn,
dan krijgt u zo snel mogelijk daarna bericht. Tevens wordt u gemeld dat u het recht hebt een klacht in
te dienen bij de FCC. Het telefoonbedrijf kan wijzigingen aanbrengen in voorzieningen, apparatuur,
activiteiten of procedures die van invloed zijn op de normale werking van uw apparatuur. In dat geval
krijgt u vooraf bericht, zodat u zelf voor een ononderbroken service kunt zorgen. Als u problemen
ondervindt met deze apparatuur, raadpleegt u de informatie over garantie en reparatie en de
bijbehorende telefoonnummers in deze handleiding. Het telefoonbedrijf kan u vragen de verbinding van
deze apparatuur met het telefoonnetwerk te verbreken tot het probleem is opgelost of tot vaststaat dat
het probleem niet wordt veroorzaakt door de apparatuur. De volgende reparaties kunnen worden
uitgevoerd door de klant: Vervangen van originele apparatuur die bij het apparaat is geleverd. Hieronder
vallen de printcartridge, de steunen voor de laden en bakken, de stroomkabel en de telefoonkabel. Het
388
Bijlage D Informatie over wettelijke voorschriften
NLWW
wordt aanbevolen dat de klant een piekspanningsbeveiliging plaatst in het stopcontact waaraan het
apparaat is aangesloten. Hierdoor wordt eventuele schade aan het apparaat door plaatselijke
blikseminslag en door andere elektrische piekspanningen voorkomen.